Uiteindelijk werk je naar het centraal eindexamen toe. Daarvoor moet je van de ogen uiteindelijk weten:
190 de werking van de ogen beschrijven en het totstandkomen uitleggen van:
• accommodatie;
• zien van kleuren en contrasten;
• de pupilreflex;
• zien van diepte;
waarbij gebruik kan worden gemaakt van een afbeelding van de bouw van de ogen.